Ik ontmoette hem in een herberg in Ponte de Lima, Portugal, tijdens mijn Camino Portuguès.
Een krachtige persoonlijkheid, maar toch erg bescheiden met een heldere oogopslag. Wij waren in de keuken aan het koken. Wij: drie leuke jonge Portugeze vrienden, Simao, Diniz en een andere jongen en de twee duitse broer en zus Andreas en Maria. De Portugezen kookten voor ons na onze zware gezamelijke wandeldag, zo leuk. Het werd pasta met tonijn op zijn Portugees, maar dat duurde nogal lang en ik was half uitgeput door de lange tocht en vanwege mijn blessure. Ik maakte met Maria nog wat tomatensalade en we namen alvast een glaasje wijn. Voelde me warrig, wazig en uiteindelijk aten we ongeveer om 21.30. Maar het was gezellig in de keuken, er waren diverse mensen die kookten of gegeten hadden en een praatje hielden over de ervaringen die we allemaal zo hadden.
Alfredo verscheen zo net na het eten, hij had wel gegeten maar nam dankbaar onze pasta aan, tevens een glas wijn. Alfredo pakte zelfs al onze restanten in, hij was op de fiets en zei voortdurend dat hij enorm gek was op pasta.
Na wat geklets met her en der in de keuken, kwam Alfredo erbij en hij vertelde dat hij op de fiets de Camino deed, om zijn eigen land (en ook Portugal, hij is een Spanjaard) te leren kennen en ook bleek dat hij al langere tijd in Europa reisde maar vooral van de muziek (op straat) leefde. Hij sliep niet altijd in een herberg, maar ook wel eens buiten of op uitnodiging van mensen onderweg. Goh. Hij was van plan om na de Camino weer even terug te gaan naar geboortegrond, familie, maar dat hij ook wel een keer de Camino lopend wilde doen. Leuk gesprek, interessante figuur. Hij leeft van dat wat er is. Ik was erg moe en ben gaan slapen op een gegeven moment. Nu was dat in zo'n herberg een utopie, aangezien er zoveel mensen op één zaal liggen en er dus gesnurk is... Ik sliep wederom slecht en ondanks de leuke contacten die ik onderweg had opgedaan, besloot ik om af te haken en een rustdag in Ponte de Lima in te bouwen, omdat ik in mijn knieholte al een paar dagen pijn had en maar doorliep, soms zelfs strompelde.
Toen ik de volgende ochtend wakker en weer bepakt was- je moet voor een bepaalde tijd de herberg verlaten- zag ik Alfredo nog, hij was zijn fiets aan het 'inpakken'. De pasta van gister en andere restanten in een plastic zak (zal wel ongeveer een ruime kilo zijn geweest) werd zorgvuldig als een schat voorop ingepakt, evenals zijn gitaar, maar deze dan achterop. Al zijn bezit was op die fiets gepakt en ik verzeker je: dat was niet veel. De fiets was ook verre van een moderne schoonheid. Hij was van plan verder te gaan en ik bleef wat om hem heen drentelen, een beetje om te kletsen maar ook uit bewondering. Hij straalde, was zichtbaar gelukkig. Wat een vrijheid. Het mooie was: ik denk dat hij niet oordeelde, hij was misschien wel bijna ego-vrij. Hij deed zijn ding, mengde zich met iedereen maar bleef bij zichzelf.
En ik? Met mijn, weliswaar voor mijn doen bescheiden, 9 kg op mijn rug, mijn shampoo die parabenenvrij is en een schone onderbroek, mijn mascara, pinpas, angsten en ego, had het maar wat makkelijk met deze 12/ 13 dagen. Anders. Ik liep, ik leefde niet. Hij fietste en was in het Nu, leefde met wat de dag hem bracht- hij vertelde de avond ervoor dat zijn moeder 500 euro op zijn rekening had gestort voor nood- maar hoopte het niet helemaal nodig te hebben. En zo doet iedereen zijn eigen Camino. Zal hij ooit kunnen aarden in wat wij de maatschappij noemen? Kan je zoiets doen als vrouw alleen?
Ik ben benieuwd wat hij nu doet en waar hij zich bevindt...