donderdag 28 oktober 2010

Leegloop

Het vasten was
Op de grens, doch helder
En de weg even duidelijk

Nu wederom
Het spoor
Bijster en ik kijk
Uit op een doodlopend pad
Leeg door overloop
En een paradoxaal hoge lat

Ik ga maar door
Met iets dat niet het mijne is
Werk en mijn malend
Hoofd dat nooit stopt
Álles mag wijken voor
Mij
Ik ben helaas taai
Het hart, dat klopt
Wel maar verre van fraai
In onverschilligheid
Want er is werk'lijk niets dat
Mij verblijdt

maandag 11 oktober 2010

Deidre

Een meisje van twaalf
Alleen in het lange stugge gras
Starend naar de blauwe lucht
Blond in sober, lichtblauw
Geruit gewaad
In gelaten staat
Een knoestige boom,
Zoals je ze in Britannie ziet, nabij

Een groot verdriet
Ongezien
Onvrij
Aan de kant
Slechts een dame op een glas in lood
Medallion die ooit opvoedde misschien
Met bittere, harde hand

Later een huisje, met stro
Van het land
Op haar oude, kromme rug
Ze droeg het leven, overleefde
Hoe zwaar ook
In gedempte razernij
Maar in fel licht
Eindigde zij

Waarom is mij onbekend
De Ierse en Schotse legende vertellen
Dat zij stief na de moord
Op haar geliefde
Haar naam zegt dat haar hart
Gebroken, ze ongekend
Laaiend is

Met stro van het land
Op haar oude, kromme rug
De verbeten eenzaamheid zo groot
Zo eindigde zij
En keerde ze in mij terug